Participatie

Post CraiovaAl pendelend tussen Roemenië en Nederland heb ik de laatste maanden regelmatig tijd besteed aan een tamelijk grootschalig project waarmee we Roemeense zorginstellingen helpen. Met vrachtwagenladingen tegelijk. Onze partner in dit project is de Nederlandse woonzorgcombinatie DSV Verzorgd Leven. DSV ondersteunt ouderen in en om Katwijk en Lisse op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Door nieuwbouw sluit een aantal locaties de deuren en DSV stelt een deel van de inventaris beschikbaar voor het goede doel. Het gaat om meubilair en met name om professionele keukeninventaris: van ovens en ijskasten tot complete kookstraten en serveer- en distributiewagens.

 

DSV

Een van de leukste kanten van mijn job is dat ik met heel veel interessante mensen in aanraking kom. Gerard Herbrink, de bestuurder van DSV is zo iemand: een charismatische professional met fijn afgestelde voelsprieten over wat er leeft in onze maatschappij. Zo werft DSV onder leiding van Gerard als een van de eerste zorginstellingen in Nederland uitstekend gekwalificeerde vluchtelingen uit onder andere Syrië. Enerzijds om het tekort aan gekwalificeerde zorgverleners in Nederland te helpen oplossen en anderzijds om deze vluchtelingen met jobs en taalopleidingen te helpen integreren in de Nederlandse maatschappij.

 

Selectie

DSV heeft het Roemenië-project professioneel aangepakt, onder meer door een intensief selectieproces te organiseren. Daarbij heeft men verschillende instellingen, waaronder bejaardentehuizen en psychiatrische ziekenhuizen, bezocht en geëvalueerd. Uiteindelijk zijn onder meer een psychiatrisch ziekenhuis met 700 patiënten in Poiana Mare en een zorginstelling met 40 senioren in Cetate geselecteerd, allebei vlakbij de Donau en niet ver van Craiova.

 

Match

Onze rol was die van de bemiddelaar: we hebben vraag en aanbod geïnventariseerd en de organisaties met elkaar in contact gebracht. Wat ons opviel, was de intelligentie waarmee DSV de selectiecriteria bepaalde. De omstandigheden waaronder cliënten in Roemeense zorginstellingen verblijven, zijn vaak erbarmelijk. Maar ook met weinig middelen is het mogelijk – en wat mij betreft ook wenselijk – om te zorgen voor hygiëne en te streven naar kwaliteit. DSV gaf voorrang aan de instellingen die dat ondanks het evidente tekort aan middelen deden en respect toonden voor hun bewoners. Nu de match van vraag en aanbod tot stand is gekomen, kunnen de spullen worden getransporteerd. Behalve de tijd en energie van enkele medewerkers stellen wij ook de middelen voor een transport beschikbaar.

 

Participatiemaatschappij

Dit project maakt mij eens te meer duidelijk dat de participatiemaatschappij die in Nederland nog niet echt van de grond komt, in Roemenië al sinds jaar en dag fungeert – goeddeels volgens ongeschreven wetten. Er zijn niet heel veel zaken die in Roemenië beter geregeld zijn dan in Nederland, maar de omgang met ouderen is een uitzondering. Ouderen zijn onmisbaar bij de opvang en opvoeding van de kinderen van hun kinderen. Kinderen worden hier grotendeels opgevoed door hun grootouders. De ouders zelf hebben hierdoor de mogelijkheid allebei te werken en hun carrières te ontwikkelen. Door elkaar te helpen, helpen senioren en volwassenen ook zichzelf. De kleinkinderen ervaren aan den lijve dat verantwoordelijkheid nemen een groot goed is. Ouderen hebben een rol, een functie en ze participeren in de maatschappij, ook na hun werkzame leven. In het beste geval helpt hun pensioen het leven van meerdere generaties draaglijker en succesvoller te maken. Zo zorgen de verschillende generaties in Roemenië voor elkaar. De overheid is hier geen geluksmachine waarop men voor iedere individuele behoefte een beroep kan doen. Natuurlijk zijn ook hier bejaardentehuizen, maar het zijn er veel minder dan in West-Europa. Als de verstandhouding met je volwassen kinderen het niet mogelijk maakt dat jullie elkaar helpen, dan heb je hier echt iets verkeerd gedaan.

 

Individualisme en trots

Of Nederland werkelijk aan het veranderen is in een participatiemaatschappij, waag ik te betwijfelen. Mantelzorgers krijgen misschien meer aandacht en erkenning dan tien jaar geleden, maar de gemiddelde Nederlander neemt niet vaak onvoorwaardelijk de zorg voor hulpbehoevende ouders op zich. Werk, individualisme en een naar mijn mening onevenredig sterk accent op privacy domineren het bestaan. Anderzijds zijn ook ouderen vaak te trots om afhankelijk van het kroost te zijn. In Nederland bestaat er een subsidieregeling voor opa’s en oma’s die oppassen op hun eigen kleinkinderen. Zo bezien kan Nederland nog veel leren van hoe zaken in Roemenië georganiseerd zijn.

 

Waarde

Eerdaags zullen we de vrachtwagen hier feestelijk ontvangen. Persoonlijk zal ik dan even stilstaan bij de gedachte dat wij Nederlanders nog wel iets kunnen leren van de gemiddelde Roemeen: dat ouders en kinderen gewoon voor elkaar kunnen zorgen, dat verantwoordelijkheden er gewoon bij kunnen horen en dat dat sociale kapitaal enorm waardevol kan zijn.